Munteenheid
De lokale munteenheid is de Tanzaniaanse Shilling. De Amerikaanse dollar wordt echter ook overal geaccepteerd. Houd er wel rekening mee dat je meestal je wisselgeld krijgt in shilling, ook als je met dollars hebt betaald. Dollarbiljetten van vóór 2009 worden niet geaccepteerd.
Fooien
Het is zeer gebruikelijk en gewenst in Tanzania om fooien te geven in restaurants, hotels en aan gidsen. De lonen in Tanzania zijn zeer laag, dus de fooien zijn voor de lokale bevolking nodig om rond te kunnen komen. Ook worden de fooien gebruikt als buffer tijdens het regenseizoen wanneer er weinig toeristen in het land zijn en er dus weinig werk is. Een richtlijn voor het geven van een fooi is voor de chauffeur/gids tussen de USD 25 en USD 35 per dag. Deze kan je in één keer geven aan het einde van de reis. Bij accommodaties adviseren wij een bedrag tussen de USD 10 en USD 15 per kamer per nacht. Deze fooi kan je in de fooienpot doen bij de receptie. Voor losse activiteiten adviseren wij een fooi tussen de USD 3 en USD 5 per persoon. Het geven van fooi is een vrije keuze en mag natuurlijk hoger of lager zijn dan de aangegeven richtlijn. Laat het geven van een fooi en de hoogte ervan afhangen van jouw tevredenheid over de service.
De mensen en de taal
Tanzania is een land met een diverse bevoking, bestaande uit verschillende etnbische groepen, talen en culturen. Maar in het algemeen staan zij bekend om hun gastvrijheid en vriendelijkheid. De cultuur is vaak gebaseerd op gemeenschapszin en onderlinge hulp. Respect voor ouderen en autoriteit is ook een belangrijk aspect.
Swahili is de officiële taal van Tanzania. Daarnaast spreken mensen ook hun lokale talen. Maar ook het Engels wordt beschouwd als een van de officiële talen en je kunt dus gelukkig met die taal goed terecht.
Het is altijd een leuk idee om enkele basisuitdrukkingen in het Swahili te leren. Dat wordt zeer gewaardeerd en vergemakkelijkt de communicatie.
Enkele woorden:
Jambo – Hallo
Karibu – welkom
Asante – Bedankt
Tafadhali/Karibu – Alsjeblieft
Samahani – Sorry/excuseer
Ndiyo – ja
Hapana – Nee
Sawa – is goed/oké
Habari? – Hoe gaat het?
Nzuri – Goed
Mambo? – Hoe gaat het? (vaak gebruikt door de jeugd)
Poa – Goed/cool (vaak gebruikt door de jeugd)
Pole pole – Langzaam (handig bij het onderhandelen of instructies vragen)
Chakula – Eten
Maji – Water
Safari – reis
Safari Yako – jouw reis
Safari Yangu – mijn reis
Jina langu ni … – Mijn naam is …
Mimi ni mzungu – ik ben een toerist
Unasema Kiingereza? – Spreek je Engels?
Naweza kupata msaada? – Kan ik hulp krijgen?
Kwaheri – Tot ziens